Het verdubbelverzoek
Elisa die samen met vriendin Anja het initiatief Crowd Effect lanceerde klopte aan met het volgende verdubbelverzoek:
"Wij proberen de komende 2 maanden zo veel mogelijk verhalen te verzamelen over problemen die spelen in Nederland en de beste 100 uitgeven in een boek. Het boek dient ervoor om meer betrokkenheid te creëren over problemen waar je zelf niet direct mee te maken hebt. Zelf hebben wij ons verhaal al geschreven en we zouden van jouw ook graag een verhaal ontvangen."De Verdubbeldame kon zo tientallen problemen oplepelen om over te schrijven. Maatschappelijke issues als zwerfvuil, gebrek aan banen, CO2, voedsel met rare ingredienten, bezuinigingen in de zorg, of het te strenge asielzoekersbeleid. En persoonlijke wissewasjes als slaaptekort, leegrakende bankrekeningen, ochtendhumeuren, grote afwassen en dito heupen. Maar als er iets is wat haar echt in de ziel treft is het de bio-industrie en onze omgang met 'productiedieren'. Ze stuurde vandaag het volgende verhaal in:
Van pekingeenden en struisvogels
"Dat eet ik niet hoor!" In het midden van de ronde tafel staat een dienblad. Op een bedje van rijst en groente rust een goudbruin gebraden pekingeend. Zijn snavel is lichtjes geopend, en zijn kleine zwarte kraaloogjes staren ons aan. De feeststemming die mijn collega’s hadden meegebracht naar het Chinese restaurant is als sneeuw voor de zon verdwenen. "Gatver", hoor ik zeggen. "Ik vind het onethisch!" meent een ander. Vegetariër zijn ze geen van allen. Maar nee, zo’n dier moet niet meer herkenbaar zijn. Want dan vergaat ze de eetlust.
Mij is de eetlust al vergaan toen ik een jaar of tien was. Ik las over de bio-industrie en besloot al gauw dat mijn portie naar Fikkie mocht. Of eigenlijk, dat Fikkie-het-varken of Fikkie-het-kalfje wat mij betreft vrolijk mocht blijven ronddartelen.
Het blijft me mateloos fascineren. De manier waarop wij mensen de dierenwereld categoriseren, en hoe dat van cultuur tot cultuur verschilt. Waarom we het ene dier vertroetelen als ware het ons bloedeigen kind, en het andere dier zonder pardon opsluiten en slachten. Heel Nederland is in beroering gebracht als er een filmpje opduikt van pony die bezwijkt onder het gewicht van zijn vadsige berijdster, maar niemand laat een traan boven de clean verpakte stukken vlees in de supermarkt. Op één voorwaarde dan: als we er maar niet over na hoeven te denken hoe het daar beland is.
We willen het niet weten, want het voelt zo ongemakkelijk. We gaan met de kop in het zand, net als de struisvogel – waarvan we overigens ook wel een biefstukje lusten. Schattige paaskuikentjes die in versnipperaars belanden omdat ze het verkeerde geslacht hebben. Varkens die qua intelligentie niets onderdoen voor een hond, maar hun leven zonder daglicht op kleine roostervloeren slijten. Rupsen die worden doodgekookt om ‘natuurzuivere’ zijde te maken. We geven maar snel onze hond of kat een extra aai.
Net als mijn collega’s speel ook ik soms nog graag struisvogeltje. Dan eet ik een dropje, en ‘vergeet’ ik voor het gemak dat er gelatine van slachtafval in zit. Dan eet ik kaas en verdring ik het beeld van het kalfje voor wie de melk eigenlijk was bestemd. Ik hoop op de dag dat ik de bijsmaak zo sterk proef dat ik ook dat gemakkelijker kan laten staan. Of nog beter: dat fabrikanten besluiten om voortaan altijd een kraaloogje of snaveltje te laten zitten, als reminder aan de oorsprong van ons voedsel.
Verdubbelaars
Margriet, Lin, Angelika en Bianca lieten al weten ook een bijdrage te leveren. Bianca, die zich ergert aan openbare bekladding, maakte voor Crowd Effect deze foto:
Doe je ook mee aan verdubbeldaad 74? Kijk op de site crowdeffect.nl voor meer informatie over het project.